Romeins staatsbestel (in vogelvlucht en notendop)
Cicero in de senaat bezig met een van zijn venijnige
redevoeringen tegen Catilina.
Schilderij van Cesare Maccari
Hou je vast, we razen door de geschiedenis van het Romeinse rijk en stoppen bij Pompeii 79 AD.
SPQR
Senatus Populus Que Romanus
"De senaat en het volk van Rome"
In de tijden dat Rome nog een klein stadstaatje was, voortdurend vechtend met andere stadstaatjes, waren er Romeinse koningen.
De koningen werden gekozen door de senaat. Dit was een adviesorgaan van Patriciërs. (Van Pater = vader. De pater had absolute macht, om
te beginnen over zijn eigen familie, dit bleef eeuwen zo.)
Patriciërs waren de oorspronkelijke Romeinse families die in de stadstaat Rome woonde.
Deze oorspronkelijke families uit het stadstaatje Rome werden later stammen (tribus) genoemd.
Alle mensen die niet van zo'n stam deel uitmaakte (Nieuwkomers die zich in de steeds uitbreidende stadstaat vestigden en degenen die
overwonnen waren) noemden men Plebejers. (Plebeii, plebs = volk)
De koning had absolute macht over elk onderdeel van het rijk(je).
Een van de symbolen van de koning die we later in het rijk ook terugzien was de Fasces, een bijl met daaromheen roeden gebonden,
om aan te geven dat de koning kon straffen of doden wie hij wilde. (Met roeden gesel je, met een bijl kun je onthoofden)
Ook droeg hij een purperen gewaad en kroon.
De laatste van deze koningen werd verdreven in 510 v. Chr.
Curiae (oorspronkelijk stamhoofden) stelden vast hoeveel mensen van elke stam te paard en te voet moesten vechten in geval van oorlog.
En er was voortdurend oorlog
Er werd een Comitia Curatia gevormd. (Comitia = volksvergadering en curiae zie hierboven)
Zij adviseerden de koning in tijd van oorlog.
Het ontstaan van het grote Romeinse rijk: de koningen
De vroege republiek
Het Romeinse rijk werd nu geregeerd door 2 Consuls. ("Raadgevers") Ze hadden alle kentekenen van de koningen overgenomen behalve de kroon.
Onder andere het purperen gewaad en de Fasces, nu gedragen door Lictores. De lictores waren een soort lijfwachten van de consuls en zorgden er
bijvoorbeeld voor dat het volk ruim baan maakte als er een consul langs kwam.
De Consuls werden door de senaat benoemd voor de periode van 1 jaar.
Jaren werden niet in getallen uitgedrukt maar met de namen van degene die consul waren. Dit bleef zo gedurende vele eeuwen.
De senaat bestond nog steeds uitsluitend uit Patriciërs. Hoge oud- ambtenaren (Magistraten) werden automatisch lid van de senaat.
Maar de tijd en de ontwikkelingen stonden niet stil..
Er ontstond langzamerhand een nieuwe klasse: de cliënten. (Clientele) Dit waren plebejers die geen andere mogelijkheden hadden dan grond,
vee, geld en gerechtelijke bescherming te huren van patriciës. (In dit geval genaamd Patronus)
De patronus kreeg als beloning natuurlijk absolute trouw (plus in latere tijden politieke stemmen), en een deel van de opbrengst van de grond,
vee of handel.Dit systeem werd steeds meer ontwikkeld en verfijnd.
Sommige plebejers slaagden erin behoorlijk rijk te worden. Zij wensten meer invloed in de politiek.
Veel plebejers werden zo uitgebuit en onderdrukt dat ze ook in verzet kwamen tegen de macht van de patriciërs.
Het verzet van de plebejers was simpel maar erg effectief: Ze weigerden te werken en nog erger; te vechten! (secessio plebis) Was er weer
eens een aanval op Rome, of viel Rome een andere staat aan; de plebejers gaven zich over. Liever dood dan overwinnen. Dit gaf snel resultaat.
In 450 v. Chr. voerde ene Servius Tullius belangrijke veranderingen door.
De stad Rome werd in 6 districten herverdeeld. De oude families (stammen = tribus) in de districten werden ook verdeeld en iedere stam kreeg
een Tribuun, (tribunes militium) die de mannen van de stam en hun cliënten registreerde en een gedeelte ervan kon op roepen tot oorlog.
Nieuw was ook dat nu elke 5 jaar alle volwassen mannen van elk district werden geteld, dwz de patriciërs maar ook de plebejers. Allen werden
verdeeld in centuries (100-tallen)
Ze werden onderverdeeld volgens hun stam en de plebejers volgens het geld wat ze hadden.
Deze centuries mochten allemaal 1 man kiezen (Centurion) om te stemmen als het over oorlog of vrede ging. Ze kwamen bij elkaar in de Comitia
Centuriata.Ook hierin hadden de plebejers dus nu een piepklein stemmetje
Helaas voor de Plebs (Plebejers) hadden de patriciërs ook in dit systeem de meeste macht.
Fasces.
Mussolini vond het
wel wat om dit symbool
weer terug te halen.
Al vanaf heel oude tijden was er een speciale groep die men "Equites" noemde. Dit betekend letterlijk "ruiters" (Enkelvoud = eques)
Dit waren patriciërs, en later ook plebejers, die zo rijk waren dat ze een paard konden bezitten en onderhouden.
Steenrijke Plebejers mochten nu tot de (militaire) klasse van Equites toetreden. Je moest genoeg geld hebben om een paard en wapens te kunnen
bezitten en onderhouden
De senaat ondertussen bleef onveranderd. Nog steeds mochten alleen Patriciërs hier lid van zijn. Zij benoemden de ambtenaren.(magistraten)
Eques.
Equites vochten met speren.Zij waren van onschatbare waarde in
oorlogstijd. In vredestijd waren het meestal niet onverdienstelijke zakenlui.
Geholpen door het feit dat leden van de senaat (de hoogste klasse) geen
commerciële zaken mochten doen.
Grafsteen voor een eques.
Om hier even op door te gaan; alle centuries bij elkaar vormden een legioen (Van lego = kiezen), dat waren 6000 mensen!
Ieder legioen had een standaard met de letters SPQR "De senaat en het volk van Rome" een purperen vlag en een speciaal eigen embleem.
In 494 v. Chr dreigden de Plebejers een nieuwe stadstaat te stichten wanneer er geen verbeteringen in hun omstandigheden kwamen
Consul Menenius Agrippa heeft er zijn handen vol aan. Maar het lukt hem om de plebejers en de patriciërs te verzoenen. Dankzij een beroemd
geworden parabel over een lichaam waarvan de romp en de ledenmaten niet zonder elkaar kunnen. Dwz dat Patriciërs en Plebejers elkaar nodig
hadden om te bestaan. Dit verhaal was zo duidelijk dat het conflict opgelost was.
Het hielp natuurlijk ook dat er een volkstribuun (Tribunus plebis) werd aangesteld.
Deze tribuun was een plebejer en werd gekozen door een raad van plebejers. (Concilium Plebis)
De tribuun kwam o.a. op als advocaat voor plebejers in rechtszaken. De tribuun mocht de doodstraf opleggen aan een ieder die hem fysiek
hinderde in het uitoefenen van zijn ambt. Ook plebejers mochten de persoon doden die een tribuun tijdens zijn ambtsperiode fysiek kwaad wilde
doen. Dit geeft wel aan dat de patriciërs nogal wat moeite hadden met het verschijnsel tribuun.
De tribuun mocht de senaat bij elkaar roepen en eigen wetsvoorstellen doen. In later jaren kreeg hij het vetorecht (veto = "ik verbied" ) ook over
voorstellen van de senaat of medetribunen. (DIT GOLD ALLEMAAL ALLEEN IN DE STAD ROME!!)
Dit was een militaire tribuun, gekozen uit jongemannen die later graag senator wilde worden. (Uiteraard alleen patriciërs)
Lictor met fasces.
Dit systeem werd met wat kleine veranderingen zo hier en daar ook in de late republiek en
de keizertijd gebruikt.
De uiteindelijke vorm zag er zo uit:
Senaat
Ongeveer 300 man.Voor het leven benoemd. Behalve wanneer een censor je eruit gooide. Oorspronkelijk uit de families van Patriciëers.
Later ook alle ex-hoge ambtenaren (Vanaf de rang van quaestor)
Kwamen samen in een gebouw wat de Curia werd genoemd.
Oorspronkelijk slechts een advies orgaan. Later verantwoordelijk voor de financiëen van de staat, de buitenlandse zaken
(ook oorlogs- en vredes zaken), het benoemen van legerleiding en leiders van nieuwe gebieden, plus dat zij nieuw voorgestelde
wetten mochten bediscussiëeren, verwerpen of ter goedkeuring overdragen aan de verschillende comitiae.
Magistraten
-2 Consuls
Aan het begin van ieder jaar gekozen. Voorzitters van de senaat, generaals in de oorlog, konden voor 6 maanden een dictator benoemen
in tijden van nood. (mochten ook zelf die dictator zijn).
Zaten 1 jaar en werden meestal daarna proconsul (Eerste ambtenaar van een provincie. Liefst natuurlijk van een een lief, rijk, slaperig provincietje)
Een Consul suffectus was een consul die niet aan het begin van het jaar gekozen werd (Meestal ter vervanging van een overleden consul)
- 4-8 (en later zelfs 16) Praetors
Rechters, namen ook zaken van consuls waar als deze buiten Rome waren.
Elk jaar vaardigden ze een edictum uit, ( Edictum praetori), een soort beleidsplan waarin ze aanvullende nieuwe wetten voorstelden, of
verbeteringen op oude wetten.
- 4 Aediles
Grappig genoeg samengesteld uit 4 plebejers of 2 plebejers en 2 patriciërs (Curule aediles).
Zij gingen over de religieuse festivals, openbare spelen, de tempels, de graanschuur, de markten en het onderhoud van de stad in het algemeen.
Ook waren ze hoofd van de soldaten die de bevolking onder controle moesten houden. Zeg maar de toenmalige politie.
- 2-40 Quaestors
Financiele en administratieve ambtenaren. Zowel in de staat als het leger.
- 2-10 Tribunes
Vertegenwoordigers van de plebejers. Verdedigden hun leven en bezittingen. Hadden vetorecht over het aannemen van wetten, verkiezingen,
voorstellen van de senaat etc. Hadden alleen geen vetorecht tegenover een dictator. Reken maar dat ze gehaat en gevreesd werden door
de heersende macht. Daarom hadden ze ook "sacrosanct" dwz dat niemand ze fysiek mocht verwonden en degenen die het toch waagten werden
ter dood veroordeeld.
- 2 Censors
Iedere 5 jaar gekozen voor een periode van 1 1/5 jaar. Maakten nieuwe lijsten van Senatoren en Equistrianen, Telden opnieuw de bevolking
en vooral hun bezittingen
vanwege de belasting.
Comitia
- Comitia curiata
De oudste van alle comitia, nog uit de vroege republiek, bestond uit leden van de oudste romeinse families. Zeer eerbiedwaardig, maar door
de tijden heen bijna geen politieke invloed meer. Mochten zich bezighouden met religieuse zaken.
- Comitia centuriata
Waren zeer belangrijk. (Het was nu eenmaal een zeer oorlogszuchtige staat) Konden namenlijk Consuls en praetors kiezen. Ze waren ook
het hoogste gerechtshof in zaken die de doodstraf betroffen. Er waren 193 centuries.
- Comitia plebis tributa
Kozen de lagere ambtenaren (Tribunes, aediles, quaestors), mochten rechtzaken voorbereiden en dan toewijzen aan een rechter, of een jury
van 3-5 " recuperatores"
voor kleine zaken of voor een jury van 100 mannen (Centumviri) voor grote zaken.
Je mocht pas praetor worden als je minstens 40 jaar oud was. Je had recht op wel 6 lictores, een toga met purperen randen en een speciale zetel
om in te zitten wanneer je recht sprak. (Sella curulis) Wow!
De senaat komt bij elkaar
Ook het hoofd van alle priesters, de Pontifex Maximus werd door hen gekozen.
Sella curulis
En nog een impressie van de senaat
Het jaar 79 AD was voor de Romeinen te herkennen aan de consuls Titus Flavius Vespasianus IX en
Titus Flavius Vespasianus VII
Komen deze namen je erg bekend voor? Dat kan kloppen, keizer Vespasianus was voor de negende keer Consul, samen met zoon Titus die
voor de zevende keer Consul was. Tja...
Praefectus
De Praefectus tenslotte waren de lagere ambtenaren die in de republiek afwezige hoge ambtenaren vervingen. In het keizerrijk werd het een
aparte titel voor hoge functionarissen. Bv Praefectus urbis, gouverneur van de hoofdstad en hoofd van de brandweer en politie etc.
Praefectus annonae, hoofd van de voedselvoorziening en Praefectus praetorio, hoofd van de praetorianen, de keizerlijke lijfwacht.
Het bestuur van de steden volgde in grote lijnen het bestuur van de stad Rome in de republiek.
Een stad (Civitas) die ingelijfd werd in het steeds uitdijende Romeinse rijk viel in drie soorten uiteen: de coloniae, municipia, praefecturae.
De praefecturae werden bestuurd door praefecti gestuurd vanuit Rome; zelfbeschikkeingsrecht hadden ze dus niet.
(De veroverde gebieden verder weg werden provinciae genoemd, maar daar hebben we het verder niet over.)
De coloniae en municipia gingen steeds meer op elkaar lijken.
Deze steden behielden het recht op zelfbestuur. Wel werd het in een Romeinse vorm gepersd. Inwoners hiervan kregen Romeinse
burgerrechten. De coloniae hadden als bijzonderheid dat er zich Romeinse soldaten na hun dienstijd mochten vestigen, een stukje
land kregen en daarbij Romeinse burgerrechten.
Onderzoek, tekst en webdesign ©Sione van Walderveen