Natuurlijk heb ik het al vaak over thermopolia gehad. Geen wonder in een stad waar je erover struikelt. Er zijn er al meer dan 160 opgegraven. Maar ze hebben mijn speciale liefde. Net als bars
en snackbars nu waren dit de ontmoetingsplaatsen voor alle mensen. Zo graag zou ik teruggaan in de tijd om alles te ruiken en te proeven.
En dan alle mensen zien en alle dialecten horen en de laatste roddels. Als je tegenwoordig aan zo'n toog in Pompeii staat, alles vervallen en niet meer exact te reconstrueren, dan voel je pas echt
dat het toenmalige leven 79 na Chr. ophield en nooit meer terug zal komen. Dan zijn het pas echt stoffige stenen.
Maar dat wil ik niet! Ik wil een idee hebben hoe zo'n thermopolium eruit zag, wie er kwamen en wat ze aten en dronken! Dus laat ik proberen deze stoffige stenen weer tot leven te wekken.

Een DOLIUM is een voorraadpot. Van 70-90cm tot 140-170cm in diameter, met een capaciteit van 200-300 tot 1500-2000 liter. vaak tot 2/3 ingegraven om de inhoud koel te
houden. Meestal waren (kleine) dolia in de toog gemetseld. Hierin werd voornamelijk wijn bewaard.
e
Een half ingegraven dolium naast toog.
Je ziet ook de kleine haard aan het einde
van de toog. VI-8-8
Taberna Fortunatae. Je ziet de haard aan
het einde van de toog . De plek was zeer
gunstig, op een driesprong. Voor de deur
een openbaar fontein. VI.3.20
Naam en functie
Ik noem alles maar thermopolium maar zo eenvoudig lag het niet.
Er waren heel veel soorten barretjes en restaurantjes. Neem onze verschillen tussen snackbar, restaurant, petit restaurant, bistro, bar, bar-restaurant, grandcafé etc.
Ook in Pompeii was de precieze naam en functie niet altijd duidelijk
Deze schaal met
versteende noten en olijven
Stond nog op een toog
in een thermopolium.
THERMOPOLIA, CAUPONAE, POPINAE, HOSPITIA
Bouw
Een thermopolium had een open voorkant naar de straat, meestal zo'n drie meter breed. Het was een ruimte met een L-vormige toog. Een grote toog kon een U-vorm hebben. Net als nu stond
het bedienend personeel achter de toog, de klanten ervoor.
De toog was meestal bekleed met verschillende stukken gekleurd marmer, althans de voorkant naar de straat en het bovenblad. De niet zo moderne of armere thermopolia hadden hun toog
slechts bepleisterd en geschilderd. In de toog waren kleibe dolia gemetseld. Hier zat wijn in, misschien ook sausen (garum!) of voedsel. De dolia werden afgedekt met houten of stenen deksels.
De meeste togen hadden aan het uiteinde een eenvoudige haard waar dranken of voedsel warm gehouden werden of even opgewarmd konden worden.
Op de toog waren vaak gemetselde treden (Ik noem ze "etalage", er is geen officiële term voor) waarop het serviesgoed uitgestald stond en misschien de lekkerste hapjes van de dag.
Soms was er in de thermopolium een extra oven of een tweede haard.
Vaak was er een bovenverdieping, net als in de gewone winkeltjes. Hier woonde de waard en zijn familie of het werd gebruikt als opslagplaats.
De ingang naar de straat werd 's nachts afgesloten met houten schotten. Er was een houten deur en een sleuf in de stenen drempel waarin de houten schotten werden geschoven als de zaak
dicht ging. De schotten en de deur werden meestal d.m.v. twee horizontale balken (een langs de deur en een langs de planken) met elkaar verbonden en de deur werd met een slot gesloten.

Amphora's in allerlei
maten
Gevonden amphora's
in Pompeii
De houten deur van een winkel
in Pompeii. (IX-7-10)
Gerestaureerd volgens de
methode Fiorelli. De deur is rechts
en de losse planken om te sluiten
links. Hiernaast zie je
hoe deze winkel precies gesloten
werd.
Caupona van Salvius, nog
pannen op de toog.
Dolium in achtergrond.
Eten en drinken
Gezien de enorme natuurlijke voorraden in deze omgeving (er waren twee oogsten per jaar mogenlijk op de vruchtbare vulkaangrond, de zee was vlakbij en zoetwater vissen kwamen uit
de rivier de Sarno), moet het aanbod zeer groot geweest zijn. Maar we weten vrij weinig-tot-niets van wat er nu geserveerd werd.
Wijn werd in alle soorten geschonken, van super goedkoop tot het beste van het beste (de wijn uit Falernum).
Wijn werd nooit onverdund gedronken, dat vond men barbaars. Altijd aangelengd met water. In de herfst en winter met gloeiend heet water. Dat deed een mens goed als een gure
noorderwind vanaf de met sneeuwbedekte flanken van de Vesuvius de stad geselde.
Maar ja, dronken werd men ook toen al, en niet alleen van verdunde wijn denk ik.
Reconstructie. De
waard heeft er lol in!
Tja, zoiets zou het geweest
kunnen zijn. Mmmmmm!!!!
Thermopolium van Asellina (IX-11-2)
De thermopolium in Pompeii van ene mevrouw Asellina stond aan de via dell'Abbondanza.
We noemen het de thermopoleum van Asellina vanwege een verkiezingsgrafitti gevonden op de buitenmuur.
Daarin vragen de "Meisjes van asellina" op ene Lollius Fuscus te stemmen. "De meisjes" waren prostituees die op de bovenverdieping van het thermopoleum werkten. Het waren er vier
en we kennen hun namen. Cuculla ("de Pompeiaanse"), Aegle ("de Griekse" ), Maria ("de Jodin"), en Zmyrina ("de Aziatische").
In de thermopolium was bijna alles nog aanwezig. Er stonden een hele voorraad eten en drinken in amphora's en zelfs nog een bronzen ketel met inhoud op de toog. Met daarin (toen) warme
kruidenwijn. Het was maar een piepklein barretje, met bovenverdieping. Je ziet de vele amphora's op elkaar gestapeld tegen de muur. Het was vast een druk bezocht tentje.
Vitrine in museum met
voorwerpen gevonden in het
thermopolium van asellina.
Vooral dat geval in de vorm van
een haan vind ik interessant!
Oh mensen, was je een beetje
dronken, zag je de bar vast zo...
Of je was slechtziend natuurlijk.
(zoals ik)
Thermopolium van Lucius Vetutius Placidus (I-8-8/9)
Als hapjes werden dadels, noten, olijven, eieren, vis, en kaasjes en worsten verkocht. Ik neem aan ook lekker vers brood (gezien de vele bakkerijen in de stad) en er was vast
een dolium met garum, garum werd bij alles gebruikt als zoute smaakmaker.
Diverse keizers zagen in de thermopolia een potentieel broeinest voor opstanden. Veel mensen bij elkaar met kritiek op de regering plus een grote hoeveelheid alcohol kon in hun ogen niet goed
gaan. Ze probeerden de enorme populariteit van al deze zaakjes teniet te doen door belachelijke voorschriften, waar waarschijnlijk nooit de hand aan gehouden werd. Tiberius bv. wilde dat er
geen gekookte etenswaren verkocht werden, Claudius wilde ze gewoon allemaal sluiten en zowel Nero als Vespasianus wilden dat er alleen gekookte groenten verkocht werden.
- THERMOPOLIUM was de meest eenvoudige vorm. De naam komt uit het Grieks, Thermos= warm en poleo = verkopen. Het was herkenbaar aan de L-vormige toog waaraan je warme
en koude dranken en soms een eenvoudig maal kon krijgen. Er waren meestal geen tafels en stoelen.
- TABERNA betekent eigenlijk werkplaats. Soms was er een hoekje vrijgemaakt voor een thermopoleum. Veel meer dan warme of koude wijn werd er niet geserveerd.
- Een CAUPONA had achter de thermopolium een of meerdere ruimtes om te dineren, vaak op echte aanligbedden, en soms zelfs een zomertriclinium in een tuin.
- POPINA was een eenvoudig restaurant met tafeltjes en stoelen.
- Een HOSPITIUM was een hotel, vooral voor reizigers van buiten de stad met vaak een stal voor de last-en trekdieren en een open ruimte voor de karren en wagens.
een hospitium had vaak ook een popina. Ze lagen meestal naast de stadspoorten.
Veel zaakjes verhuurde in deze drukke havenstad achter of boven slaapkamertjes met "entertainment"
Het was zo erg dat alle barmedewerksters juridisch werden gezien als hoeren, zelfs als ze het niet waren!

In Pompeii gevonden vlnr: Olijven, pruimen,
haver en vijgen.
Er werd hier een groot geldbedrag gevonden, gewikkeld in een doek, ten tijde van de ramp snel verstopt in een van de dolia in de korte zijde van de toog. Om later weer op te halen...
Gevonden in de middelste dolium van de toog tegen de oostmuur. 1385 bronzen muntstukjes ter waarde van 585 sestertii. Dit was waarschijnlijk de dagomzet en laat zien dat thermopolia
goedlopende bedrijfjes waren. Een brood kostte in die tijd ongeveer 2 as. Een sestertius = 4 as. klik hier voor meer over geld en de geldwaarde.
Overigens komen diverse geleerden* met andere aantallen aan bronzen munten. Waarom kan het nu niet eens goed geteld worden? Ook is er de (terechte) vraag waar de zilveren munten
gebleven zijn, immers net zoveel in omloop als bronzen munten. Zoveel vragen en zo weinig antwoorden.
Veel huishoudens in Pompeii hadden geen eigen keuken en waren aangewezen op de thermopolia voor hun warme (afhaal) maal. Ik kan me zo voorstellen dat er ook heet water werd verkocht
(Zoals b.v. nog in de jaren dertig in Amsterdam werd verkocht aan arme huishoudens) maar dat is maar een idee van mij en heb er nooit wat over gelezen. Koud stromend water was voor
iedereen beschikbaar van de vele openbare fonteinen van Pompeii.
1
2
Je kijkt van boven naar de grond.
Nr 1 Rechts zit de smalle deur, links zijn planken
die iets in elkaar aangeschoven werden.
Nr 2 De sleuven voor de planken in de drempel. De
drempel was van lavasteen. Rechts het draaipunt voor
de deur. Nr 3 laat zien hoe een slot kon werken, in dit
geval met een stang door ringen bevestigd in de
planken links (A) en de deur rechts (B). Waar ze
samen komen is een slot.
3
Thermopolium. Nu begroeit met onkruid
maar vroeger misschien de hotspot in
town .. Zie links etalage van twee treden
Werkelijk prachtige reconstructie!!!! Kijk
ook even naar de schotten van de deur
ingang. Waarschijnlijk wilde de eigenaar
net sluiten en kwam de vrouw op het
nippertje nog wat kopen...
Amphorae en dolia
Een AMPHORA was het meest gebruikte 'verpakkings' materiaal in het oude romeinse rijk. Het waren naar onder spits toelopende aardewerken vaten waarin drank en
eteswaren door het hele rijk vervoerd werden.
Dolia
Caupona aan de via di Mercurio (VI-10-1)
Opgegraven in 1827 en 1831. De caupona heeft nooit een naam gekregen.
Dit was een kleine caupona (45m²) op de hoek van de via di Mercurio en de vicolo di Mercurio. Er is een mooi ingelegde marmeren toog met etalage van vier treden.
Onder de etalage is een nis, dat werd gebruikt als kastruimte. Er is een extra podium aan de zijkant met daarop een kleine stenen haard en de gebruikelijke houtopslagplaats
onderin. Achter waren twee deuren. Een naar een eetzaaltje, hier is ook een zijdeur naar de vicolo di Mercurio. De andere deur leidt naar een tussenruimte met ooit een deur
naar het woonhuis ernaast, maar deze was dichtgemetseld. Waarschijnlijk was hier ook een trap. Achter de tussenruimte is nog kleine ruimte.
In de laatste kleine ruimte zijn fresco's gevonden met mythologische voorstellingen in de vierde stijl, en een fresco van het uitladen van een wagen met wijn.
Maar het gaat ons om het eetzaaltje. In deze ruimte werden twee erotische fresco's gevonden, en verschillende scènes uit het kroegleven. De fresco's zijn na de opgravingen
beschadigd, sommige onherstelbaar. De erotische fresco's zijn waarschijnlijk opzettelijk beschadigd! Een aantal fresco's zijn direkt na de opgraving nagetekend.
Links na de opgraving, rechts nu.
De opgraving Je ziet de
amphorae opgestapeld tegen
de zijmuur. Ook een deksel?
op de haard aan uiteinde toog.
Zoals het er nu uitziet.
Ijzeren tripod links.
De zuidmuur van het
eetzaaltje met drie van
5 kleine fresco's.
Nogmaals de zuidmuur.
Je ziet nu ook de laatste
twee fresco's.
Gravure van Gell. Open deur rechts te
zien.
Zoet plaatje. Omstreeks 1900.
Je ziet rechts de "etalage"
De fresco's geven een kijkje in het dagelijks leven in een caupona of popina. Je ziet de klanten, hun aktiviteiten, de serveerster, het meubilair, het servies en wat er als hapjes te krijgen was.
Mooie reconstructie
De "etalage" en kastruimter daaronder
(let niet op de rommel). Je staat achter de
toog en ziet aan de overkant het Huis van
de kleine fontein en de openbare fontein
met afbeelding van Mercurius.
(nagetekend)
Gezelschap waarvan
twee mannen een mantel
met kap dragen. (cucullus)
Deze mantel werd gedragen
door reizigers of boeren die
op het land werkten.
Boven hun hoofden een rek
waaraan etenswaren hangen.
(carnarium) Je ziet o.a.
worsten, uien en / of
knoflook.
Caupona van Salvius (VI-14-36)
Mannen aan het dobbelen.
De drie belangrijkste fresco's van de zuidmuur.
De man links draagt een blauwe
mantel (pallium) over zijn tunic.
Hij heeft een beker in zijn
handen. De man rechts (de
bediende of eigenaar van de
caupona) houdt een kruik vast
Boven de linker man stond
gekrast: Adde. calicem. Setinum.
"Schenk wat wijn bij" Boven de
andere man : IIAVI (=Have)
"hier is het"
calicem Setinum= volle wijn uit
Sezze
Wijnwagens. Hiermee werden de amphorae van de thermopolia
bijgevuld. De wijn werd vervoer in dierenhuiden. Je ziet dat een
poot van de huid handig wordt gebruikt als trechter.
Beide fresco's komen uit de Caupona aan de via di Mercurio.
De rechter is verdwenen maar gelukkig nagetekend.
Schaal met versteende
eieren
Glazen drinkkan en
bekers uit Pompeii
Soldaat met speer in linkerhand.
In de rechterhand een beker die
bijgevuld wordt door een
serveerster. Boven de man staat
gekrast: Da fridam. Pussilum.
"Een beetje koud water"
Grappige z-vorm van de toog.
Geen dolia, geen etalage, wel haard.
Caupona van Epagatus. I-1-
De man links: HOC [poculum mihi est]!
(hier! [deze beker is voor mij!]
Man in het midden: Non! Mia est!
(nee, het is van mij!)
Serveerster: Qui vol, sumat!
Oceane, veni! bibe!
(Degene die het bestelde krijgt het.
Oceanus, kom en drink) Waarbij de naam
Oceanus een grapje is voor iemand
die heel veel drinkt. (oceanus=oceaan)
Nolo cum Myrtale
[hoc facere]!
(ik wil alleen met
Myrtale) [het doen].
Het grapje was dat
Myrtale een vaak
voorkomende naam voor
een prostituee was.
Twee zittende mannen op een
bankje. Nog twee aan mannen
aan een tafeltje. Onduidelijk wat
hiermee bedoeld werd.
Twee mannen aan het
dobbelen.
Man links: Exsi
(ik ben uit)
Man rechts: non / tria
duas / est
(het is geen drie het is
twee)
De eigenaar van deze caupona liet bijzonder humoristische fresco's schilderen. Vooral voor de mensen die konden lezen waren ze grappig. Tegelijkertijd liet hij weten dat er geen geruzie of
vechtpartijen geduld werden in zijn caupona. Omdat er geen correkt latijn maar straattaal gebruikt wordt is het moeilijk de teksten precies te vertalen.
Er komt ruzie van.
Man links: noxsi a me
tria eco fui
(Bedrieger! Het was drie. Ik heb gewonnen)
Man midden: or(o) te fel(l)ator eco fui
(pardon zuiger, ik heb gewonnen)
Rechts de waard:
Itis Foris rixiatis
(Gaan jullie buiten maar vechten)
Waar de fresco's zijn
gevonden is onduidelijk.
Caupona. Toog met vijf dolia. De gaten in
de zijmuur waren voor steunen van
(kast)planken. Achter zie je twee
ruimtes. Links was een latrine en een
lararium. Je ziet ook de drempel met gleuf
voor het afsluiten van de zaak. IX-1-8
Popina. Zeer brede ingang. Mooie
toog met bovenblad van rode stukken
marmer. Geen dolia. Je ziet ook de
oven / haard in vertrek achter. De
oven heeft als bijzondheid twee
plateaus. VII-3-9
Hier kun je goed een ingemetselde dolium
zien. VII-13-20
Klein thermopolium uitkomend op
steegje (vicolo del labirinto) waar verder
niets te beleven was. Je ziet een
openbaar fontein. Het hek is modern.
Het thermopoliun hoort bij casa di
Gavius Proculus. VI-13-16/17
Het eerste grote hek links was de ingang
van de caupona. Achter het volgende hek
zie je de thermopolium met mooie
marmeren toog. Achteringang in het
zijstraatje. Er was een Vinarium (wij
zouden zeggen wijnkelder, het was
echter geen kelder maar een ruimte met
acht half ingegraven dolia ooit gevuld met
wijn) Ook was er een (professionele)
oven. Resten trap naar kamers boven.
Zo dicht bij de porta di Nola was deze
caupona vast altijd vol. V-4-6/8
Vinarium.
Voorbeeld van een toog die niet met marmer
versierd was maar gewoon bepleisterd.
Caupona van Hermes. II-1-1
Voorkant. Mooie marmeren
U-vormige toog. 11 dolia.
Kleine haard links in de toog
aan de voorkant. Rechts van
de ingang resten trap.
De thermopolium is na jaren van restauratie open voor publiek.
Zie hoe de amphorae op beide fotos kunstzinnig neergezet zijn.
Je kunt er vergif op in nemen dat ze niet op deze plek gevonden
zijn.
Levensechte reconstructie.
Mooie U-vormige marmeren toog met
maar liefst zeven dolia. Het lag
strategisch op een kruispunt van steegjes.
Caupona van Philippus VII-2-32 / 33
Hier zie je hoe breed en hoog een
winkelopening was. Rechts zie je ook
een stukje van de extra haard. I-3-28
Plek
- Een thermopolium (of een caupona of popina) hoorde vaak bij een domus, een groot huis. De thermopolium had de opening aan de straat, naast de voordeur van de domus. Achterin was
een deur naar het atrium van de domus zelf. Soms was deze deur dichtgemetseld. Dat wil zeggen dat de thermopolium was onderverhuurd aan een vrijgelatene of vrije romein die de zaak min
of meer zelfstandig mocht leiden.
- De zelfstandige thermopolia, popinae of cauponae lagen vaak op strategische plekken: op de hoek van een insula waar de straten elkaar kruisten. Vooral bij de stadspoorten waren er vele
te vinden. Raar genoeg niet bij grote openbare ruimten, zoals het forum of de badhuizen.
- Een hospitium of stabulum werd bij de stadspoorten gebouwd, voor de vreemdelingen die (met paard en wagen) de stad binnenkwamen en moesten overnachten.
- Zoals gezegd hadden een paar tabernae (werkplaatsen) ook een thermopolium.

Thermopolium en caupona. Zomer
triclinium in tuin met gemetselde
aanligbedden, tafel en podium. II-8-2 / 3
Caupona en lupenare (bordeel) van
Demetrius en Helpis Afra. Twee Griekse
namen. De vrouw, Helpis, was
waarschijnlijk van Afrikaanse afkomst,
vanwege "Afra". Toog met zes dolia,
waarvan één een ijzeren deksel had.
Op de tweede foto kijk je naar de Vicolo
del Citarista. Vooraan de haard. I-2-18
Caupona van Spatulus (V-4-6/8)
Plattegrond. E
vinarium. H ruimte
met oven. Nr 6,7 en
8 ingangen.
Nr 6 is de ingang van
de caupona, nr 7
ingang van de
thermopolium.
Thermopolium van L. Aurunculeius
Secundio. Waarschijnlijk een
vrijgelatene in het bezit van een eigen
zegelring hier gevonden. ( zo weten we
zijn naam) Gepleisterde toog. VI-16-33
Dolium met stempel van de maker:
A(ulo) Appulei Hilarionis.
Een van vier dolia gevonden achter
toog van thermopolium VI-8-9
De haard:
VI-1-2
De lararium schildering.
In het midden de Genius (De heer des huizes, kan ook
de vader geweest zijn, de groot of overgrootvader)
naast een driepotig offertafeltje.
Aan weerzijden van de Genius de Lares. Lares waren
beschermheiligen van het huis en de bijbehorende
landerijen.
Helemaal links Mercurius (god van de handel) met
geldzak. Helemaal rechts Bacchus (god van de wijn)
met panter aan zijn voeten en wijnglas in linkerhand.
Onderaan twee slangen met offertafeltje in het midden.
De slangen verbeelden voorouders die ook het huis
beschermen.
Vaak gemetseld aan het einde van de toog.
De ingang:
VI-1-5
Direkt na de
opgraving.
Zie ook de bank
naast de ingang.
II-8-3
Waarschijnlijk werd er op een smeulend vuurtje
van brandhout en houtskool een tripod
(pannenhouder op drie ijzeren poten) geplaatst
met daarop een pan of pot om water of wijn
warm te houden. Mischien was er ook een ijzeren
gridiron (grill) om eten op te roosteren.
Links tripod en rechts
een gridiron.
Voorbeeld van koken op
stenen oppervlakte. Uit
de keuken van de
Casa di Pansa. Rechts
reconstructie.
De "Etalage":
Toog ingelegd met gekleurd marmer.
Hospitium Sittii. VII-1-44
Gemetselde treetjes in trapvorm aan het
einde van de toog. Tot vijf treetjes hoog.
Functie eigenlijk onbekend. Men denkt dat
er bij wijze van kast het servies werd
neergezet.
Etalage van vier treden links in
de hoek. Thermopolium van
L. Statius Receptus? IX-9-1
Etalage van drie met marmer
beklede treetjes. I-3-2
Toog met marmer
ingelegd. Tijdens de
opgravingingen fresco's
gevonden, o.a van
Mercurius en Venus
Pomnpeiana. Nu
verdwenen.
* 1.704 bronzen munten ter waarde van 600 sestertii
"The monetary system of the Greeks and Romans", William Vernon Harris
Dit is waarschijnlijk de bekendste en meest gefotografeerde thermopolium van Pompeii. Vooral vanwege de prachtig bewaarde Lararium schildering.
Direkt na de opgraving. Alle kleine hier
gevonden voorwerpen zijn op de toog
neergezet.
Onderzoek, tekst en webdesign Sione van Walderveen
Opgraving 2019 - 2020
in regio V. Kijk toch eens hoe
prachtig beschilderd ze ooit waren!!
In de vitrine staat bewaart eten.